|
||||||||
|
Je kunt van Maestro Riccardo Tesi erg veel zeggen, maar zeker niet dat hij voor één gat te vangen zou zijn. Dat bewijzen zijn talloze samenwerkingen met andere muzikanten, zijn bijzondere gelegenheidsprojecten, zijn interesse in -en dus ook het uitwijken naar- jazz en pop, zijn langdurige carrière en vooral zijn indrukwekkende oeuvre, waarvan ik vermoedelijk wel het meeste in huis heb, maar zeker niet alles en ik tel in mijn rekken toch al snel vijftien platen op zijn naam of die, waarvan heel duidelijk is dat hij er de and in heeft, zoals de Banditaliana- of Bella Ciao-CD’s. Nu is er dus een nieuwe en Tesi snijdt nog maar eens een nieuw hoofdstuk aan. Deze keer presenteert hij zichzelf als één derde van het “Elastic Trio”, waarin we, naast Tesi zelf, ook gitarist Vieri Sturlini en percussionist Francesco Savoretti aantreffen. Die laatste leerden we kennen via de lichtjes fantastische Sara Marini en haar “Torrendeadomo”-plaat waar we een viertal jaar geleden ongebruikelijk lovend over waren. Samen werken ze zich, met bijkomende hulp van een dikke twintig gastmuzikanten, door een repertoire van een dozijn liederen en melodieën: elf originelen en een cover -met een fantastische zangpartij van Ginevra Di Marco -oude getrouwe uit de “Bella Ciao”-tijd- van Eugenio Bennato’s “Ballata di Una Madre”, uit de zeer aanbevelenswaardige “Grande Sud”-plaat van 2008. Maar bon, we beperken ons tot deze nieuwe plaat, die je eigenlijk kunt omschrijven als “de Covid-plaat van Riccardo Tesi”. Je kon het de voorbije maanden al wel vaker lezen in deze kolommen: Covid hakte er behoorlijk hard in, en al helemaal bij artiesten, die bestaan bij de gratie van het spelen voor mensen. Ook Tesi zag zich aan “binnenblijven’ gebonden, maar anders dan dan bij u en rnij het geval zou zijn, tastte de isolatie allerminst zijn creativiteit aan. Opener “Santiago” verwijst natuurlijk naar bedevaartstad Santiago de Compostela. Tesi’s woonplaats Pistoia is met Compostela verzusterd en de patroonheilige van Pistoia is dezelfde Jacobus, waar Santiago haar naam vandaan heeft. De track krijgt een heel mooi extraatje, dooe de klarinetpartij van jazzman Nico Gori. “Tindari” is dan weer een tarantella, naar een Siciliaans plekje vernoemd, waarin een heerlijke veldopname verwerkt zit: Tesi, met vakantie ginds, hoorde in de verte een stem die zijn aandacht trok. Het bleek een leurende fruitverkoper te zijn. Tesi volgde hem, haalde hem uiteindelijk in en nam met zijn smartphone het geroep van de man op. Het resultaat is hier te horen. Tesi schreef het thema voor “Sotto Cenere” met zanger Massimo Donno in het achterhoofd. Die bedacht er een tekst bij, waarna de uitwerking een kwestie van heel weinig tijd bleek. Dat ging met Couscous a Fasol heel anders: Tesi had de basisidee wel klaar, maar telkens als hij het wilde opnemen, was er wel iets dat hem tegenviel en het nummer bleef maar rondspoken. Tot Ziad Tablesi en zijn Oud tevoorschijn kwamen. Hij en Massimo Tagliata -de man is bekend als accordeonist, maar speelt hier op toetsen-: de melodie viel op haar ^pootjes en waar ze oorspronkelijk “Pasta en FaSol” getiteld was, werd dat dus “Couscous en FaSol”. Mooi verhaal, voorwaar! ”La Bella Stagione” werd enkele jaren geleden al geschreven samen met stadsgenoot en pianist Daniele Biagini, met wie Tesi de plaat “Cameristico” maakte. Voor “Mex Moon”, een nummer dat niet-bedoeld de Mexicaanse richting uitging, riep Tesi de hulp in van de half-Genovese, hals Ecuadoraanse zangeres Maria Pierantoni Giua, die een liefdesverhaal “onder de Mexicaanse zon” van maakte. Bij “Bucarest” valt vooral de inbreng van Marco Ambrosini op Nyckelharp op, naast die van Francesco Giusta op draailier. Afsluiter “Tema di Cristina” is ook alweer een iets ouder, erg weemoedig nummer, geschreven ter nagedachtenis van wijlen Cristina Pezzoli, ook al een stadsgenote en eentje uit de Dario Fo-traditie, met wie Tesi meermaals mocht samenwerken. Alweer -en het verbaast nog nauwelijks- een heel knappe en gevarieerde plaat van een meneer die stilaan tot de absolute top in de wereldwijde muziek mag gerekend worden en die ondanks alle successen heel toegenkalijk en eenvoudig is gebleven. Voor fijnproevende luisteraars, die het neusje van de zalm kunnen smaken! (Dani Heyvaert)
|